Aandelenverkoop Vader-Zoon niet onzakelijk ondanks hogere liquidatiewaarde
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de belastingdienst bij een aandelenverkoop van vader aan zoon niet aannemelijk maakt dat sprake is van een te lage verkoopprijs.
Een belastingplichtige doet aangifte en neemt daarin een verlies bij de verkoop van een aanmerkelijk belang op. De aandelen zijn voor € 100.000 verkocht met een verkrijgingsprijs van ongeveer € 300.000. De intrinsieke waarde is ongeveer € 380.000 weke verlaagd wordt met badwill en een bedrag aan vervolginvesteringen die nodig zou zijn. In de Wet IB 2001 is, kort gezegd, opgenomen dat als een zakelijke prijs ontbreekt bij de vervreemding van aandelen de waarde voor de vaststelling van het inkomen uit aanmerkelijk belang op de waarde in het economische verkeer wordt gesteld. De inspecteur vindt dat de liquidatiewaarde hier gelijk is aan de interinsieke waarde en die gehanteerd moet worden. De rechtbank vindt dat niet van belang is dat iedere zakelijk handelende ondernemer zou kiezen voor liquidatie in plaats van verkoop. Er moet uitgegaan worden van de going concernwaarde van de agrarische onderneming.