Geldig beroep op financieringsvoorbehoud
Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat een koper van een woning rechtsgeldig een beroep doet op een financieringsvoorbehoud.
Regelmatig komt in de rechtspraak de vraag naar een rechtsgeldig beroep op een financieringsvoorbehoud aan de orde. Dit voorbehoud is aan de ene kant logisch, maar aan de andere kant ook dramatisch voor de verkoper natuurlijk. Dit geldt zeker als de verkoper het gevoel heeft dat er geen serieuze pogingen zijn ondernomen om de financiering toch te krijgen.
In een uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland stelt de verkoper dat dit het geval is. Van een hypotheekadviseur bijvoorbeeld begreep de verkoper dat er een week na het sluiten van de koopovereenkomst koper de koopakte nog niet had ingeleverd om er mee aan de slag te gaan voor een financiering. De rechtbank vindt echter dat de inspanningsverplichting van de koper niet zo ver gaat dat de koper direct na het sluiten van de overeenkomst de koopakte naar diens hypotheekadviseur stuurt en aantoont onmiddellijk te zijn overgegaan tot een formele hypotheekaanvraag. Hieruit blijkt niet van een lichtvaardige aankoop.
Voorstelbaar is dat de koper eerst informeel overleg is gaan voeren en navraag is gaan doen. Daarbij is kennelijk ontdekt dat de financiering waarschijnlijk toch niet zou gaan lukken onder andere in verband met een BKR-registratie. Uit die BKR-registratie had nog niet afgeleid hoeven worden dat de koper de gevolgen van de hypotheekaanvraag had kunnen inschatten. Van een leek hoefde dat niet verwacht te worden.