Heeft dga dienstbetrekking met opdrachtgever van zijn BV?
Hof Amsterdam (01/03/2016) heeft uitspraak gedaan over de verzekeringsplicht van een directeur-groot-grootaandeelhouder (dga) bij de opdrachtgever van zijn BV. Het Hof stelt dat niet bewezen is dat er een civielrechtelijke dienstbetrekking is tussen de dga en zijn opdrachtgever. De dga is niet verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. De Regeling aanwijzing dga is een uitwerking van de uitzondering in de werknemersverzekeringen dat er geen verzekeringsplicht is bij een dienstbetrekking met een dga. Het betreft 2 dga’s die ieder100 procent aandeelhouder zijn van een holding BV. Deze beide BV’s zijn voor 40 procent eigenaar van de dochter BV. De beide holdings hebben een managementovereenkomst met de dochter BV. De holding ontvangt een managementfee voor haar werkzaamheden. 20 procent van de aandelen zijn in bezit van een andere BV. Hiermee is geen managementovereenkomst gesloten. Namens de holdings verrichten de 2 dga’s de bestuurderswerkzaamheden. De dga heeft een arbeidsovereenkomst met de holding. De Belastingdienst stelt dat de dochter BV premies werknemersverzekeringen verschuldigd is over de managemenfee aan de holding. De dochter BV stelt dat er geen dienstbetrekking is met de dga. Dga en dochter BV zijn juridisch geen enkele verbintenis aangegaan. De dochter BV stelt ook dat indien er wel een dienstbetrekking is deze is vrijgesteld op basis van de Regeling dga.
Vanaf 1 januari 2016 is bij een dienstbetrekking met 2 bestuurders (beiden 40 procent aandelenbezit) en een andere aandeelhouder die geen bestuurder is de Regeling aanwijzing dga niet van toepassing. Dit betekent dat in dat geval sprake is van verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen. De staatssecretaris heeft zijn beroepschrift in cassatie ingetrokken, omdat hij de uitspraak te feitelijk acht.