Kifid 2018-706: Adviseur is bij afsluiten overlijdensrisicoverzekering niet tekortgeschoten in zorgplicht.
Naar aanleiding van het advies van hun adviseur heeft een echtpaar in 2013 besloten een hypothecaire geldlening van € 560.000,-- en een overlijdensrisicoverzekering ter grootte van
€ 60.000,-- af te sluiten.
De man van het echtpaar is in 2015 overleden. De verzekeraar heeft daarop € 60.000,-- uitgekeerd. Dit bedrag is aangewend voor de gedeeltelijke aflossing van de hypothecaire geldlening. Het is voor de echtgenote echter niet mogelijk om de lasten van de resterende hypothecaire lening te dragen. Zij moet dan ook de woning verkopen.
De echtgenote vordert van de adviseur het verschil tussen de benodigde overlijdensuitkering en het uiteindelijk uitgekeerde bedrag. Volgens de echtgenote is het gegeven advies enkel toegespitst op haar man. De adviseur had het advies met haar moeten bespreken en haar uitdrukkelijk moeten wijzen op de risico’s van de minimale overlijdensdekking bij het voortijdig overlijden van haar man.
De Geschillencommissie Kifid oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de adviseur tekort is geschoten. De zorgplicht van de adviseur strekt niet zo ver uit dat hij – ingeval één van de echtelieden niet bij de adviesgesprekken aanwezig is – deze persoon actief dient te benaderen en hem/haar uitdrukkelijk dient te wijzen op de gevolgen van bepaalde keuzes.