Kifid 2019-376: Adviseur heeft bij omzetting spaarhypotheek niet voldaan aan zorgplicht
Het Kifid heeft op 29 mei 2019 uitspraak gedaan of een adviseur bij de omzetting van een spaarhypotheek heeft voldaan aan de zorgplicht.
Belanghebbende heeft sinds 1989 een Spaarhypotheek. Op het polisblad is een verzekerd kapitaal bij leven op de einddatum of overlijden voor deze datum opgenomen van € 47.472. In 1998 heeft belanghebbende naar aanleiding van een brief van zijn adviseur zijn Spaarhypotheek omgezet naar een Spaarhypotheek waardoor de spaarpremies geheel of gedeeltelijk kunnen worden belegd in een of meer beleggingsfondsen. Belanghebbende belegt vervolgens volledig in aandelenbeleggingsfondsen. In 2019 ontvangt belanghebbende een bedrag van € 25.159,67 als uitkering.
Belanghebbende vordert van de adviseur een vergoeding van € 22.312,33, zijnde het verschil tussen het verzekerd kapitaal (€ 47.472) en het uitgekeerde kapitaal (€ 25.159,67). Volgens belanghebbende is hij over de omzetting niet juist dan wel onvolledig geadviseerd, vooral wat betreft het vervallen van het gegarandeerde eindkapitaal.
Het Kifid oordeelt dat belanghebbende in onvoldoende mate is geadviseerd en dat de adviseur niet heeft voldaan aan de op hem rustende zorgplicht. Uit de informatiebrief en de bijbehorende brochures blijkt niet (expliciet) dat door de omzetting het gegarandeerde eindkapitaal komt te vervallen. Evenmin is gebleken dat belanghebbende uit de verstrekte polisaanhangels had moeten begrijpen dat niet meer dan het saldo wordt uitgekeerd bij leven op einddatum. Het Kifid wijst de vordering dan ook toe.