Vijf losse schenkingen of schenking van een periodieke uitkering?
Rechtbank Zeeland-West-Brabant beoordeelt of sprake is van vijf losse schenkingen of één geschonken periodieke uitkering.
Op één dag passeren bij de notaris vijf afzonderlijke notariële akten van schenking. In iedere akte zijn de ouders overeengekomen aan het kind een bedrag van € 10.000 te schenken wat renteloos schuldig wordt gebleven. Vier van de vijf schenkingen zijn onder opschortende voorwaarde dat de langstlevende van de schenkers nog leeftijd of respectievelijk 1 januari 2014, 2015, 2016 en 2017. Alle schenkingen hebben een herroepingsrecht.
De inspecteur van de belastingdienst vindt dat sprake is van schenking van een periodieke uitkering. Dat zou tot meer schenkbelasting leiden.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant vindt van niet. Er is niet sprake van één rechtshandeling waarin een stamrecht wordt geschonken. De afzonderlijk gedane schenkingen hoeven ook niet samengenomen. Dat zou volgens rechtspraak van de Hoge Raad alleen hoeven als de aan de gekozen rechtsvorm verbonden fiscale gevolgen niet aanvaardbaar zijn vanwege het economische resultaat en de strekking van de belastingwet. Dat de schenkingen gelijktijdig tot stand zijn gekomen is daar onvoldoende reden voor. Schenkingen onder opschortende voorwaarde zijn ook in de wetsgeschiedenis nu eenmaal geaccepteerd, waarbij voor het heffingsmoment is aangesloten bij het moment van het voldaan zijn aan die voorwaarde. Er is geen sprake van repeterende schenkingen op basis van één overeenkomst, maar van vijf afzonderlijke overeenkomsten.